Jong LSVV met opgeheven hoofd en zonder rouwbanden uit de beker

Na regen komt zonneschijn, luidt een oud Leids gezegde. Afgelopen zaterdag bleek dat eens te meer waar te zijn voor onze Rood-witte helden van de beloften. Een oplettende toeschouwer merkte op dat er niet met de aangekondigde rouwbanden gespeeld werd (zie artikel hier op 12-dec j.l. verschenen, red.). Voor de beker geldt echter dat de jonge honden aan een verbluffende reeks begonnen zijn. Eerder werd namelijk UDO in eigen dorp met 3-0 aan de zegekar gebonden. Om door te bekeren moest dit kunstje ruimschoots herhaald worden. Met een verschil van zeven of misschien toch acht doelpunten moest er zaterdag gewonnen worden om het reeds geplande en geboekte teamuitje van eind februari in gevaar te brengen.

Na een gaslek en andere sanitaire problematiek aan het Wim Mugge Sportpark was de kraker tegen Woubrugge 2 met een uur uitgesteld. Kans voor de studenten om zich nog een keer om te draaien en extra fris voor de dag te komen. Er werd begonnen met een troef, dan wel verrassing – al dan niet uit nood geboren: de atletische Wildenbeest werd tot aanvalsleider a.k.a. spitta gebombardeerd. Verder was het aanvalsplan simpel: ‘willen winnen!’, zoals de later rentreemakende Nestor bij aanvang zou roepen. Ondanks het feit dat spelverdeler Van Eijsden verstek moest laten gaan, liep het goed. Al snel kwam dieselduo Bonte-Kamp op gang. Op links voelden deze twee liefhebbers elkaar feilloos aan. Na een eenvoudig afgeslagen aanval en daarop volgende een-twee, lanceerde Kamp Bonte de diepte in. Met een strakke, harde voorzet op maat werd gelegenheidsbuiten Wind bediend, die de bal met een kordate knik de rechterbovenhoek in stuurde. 1-0.

Nog voordat de spelers van de voormalige Heerlijkheid van Esselijkerwoude en Heer-Jacobswoude zich konden herstellen, was de tweede treffer in de maak. Op dezelfde flank voetbalde het voornoemde duo zich onder de druk uit en ditmaal werd Kamp diep gestuurd. Weer werd Wind in scoringspositie gebracht. Dit keer poogde hij de doelman met een subtiele volley te verschalken. Deze inzet zag hij echter gepareerd, waarop Wildenbeest koelbloedig afrondde uit de rebound. 2-0.  Het koningskoppel Wind-Wildenbeest kroonde zo zichzelf. Van boven werd dit goedkeurend bevestigd met een prachtige dubbele regenboog. Omdat hoogmoed voor de val komt, werd – om juist dat te voorkomen – het koniningskoppel gauw gewisseld om plaats te maken voor aanstormend talent uit het derde. Laurens Vermeulen en Jochem van Es voegden zich zo naast hun teamgenoot Haagse Rob (-in Remmerswaal, red.) die zijn directe tegenstander nog geen halve meter gegund had. Sowieso hadden de verdedigers nog weinig te vrezen gehad. De Jong en Müller hadden alles onder controle. Het lot der Woubruggianen werd kort voor rust reeds bezegeld door Mos. Uit een onwaarschijnlijke scrimmage bleef hij kalm en schoof de bal beheerst in de linkerhoek. 3-0. In de rust kon doelman Niemeijer zich de enige ‘kans’, dan wel tegenstoot niet eens heugen.

De ter ere van koningskoppel Wind-Wildenbeest opgetuigde regenboog was niet van echt te onderscheiden.
De ter ere van koningskoppel Wind-Wildenbeest opgetuigde regenboog was niet van echt te onderscheiden.

Teammanager Nelemans vervulde een glansrol door iedereen te voorzien van een warme drank. Niet overbodig, aangezien de schemering was ingezet en de wind was aangezweld. Bij rust werd in kalm dialoog besloten om toch maar voor de zeven of acht benodigde doelpunten te gaan. Hoe anders zou dat lopen!

De Woubruggers herpakten zich knap en stonden in het tweede bedrijf beter hun mannetje. Kort na rust maakte de hoogblonde buiten knap af door de bal onder de vallende Niemeijer door te schuiven. 3-1. Na een opstootje tussen de uitstekend spelende Karssemeijer en een tegenstander werd besloten tot een penalty. Eerder genoemde ging niet helemaal vrijuit, zo verklaarde hij nadien eerlijk. Terwijl langs de zijlijn berekend werd met hoeveel doelpunten verschil men dan zou moeten winnen, bereidde doelbewaker Niemeijer zich voor op een van de hoogtepunten van zijn seizoen. Met een katachtige reflex zou hij – al zijn ledematen strekkend – de bal uit de hoek duiken. Vervolgens kon de attente De Jong de bal uit de gevarenzone wegwerken.

De Rood-witte helden zouden zich hierna nog een keer herpakken. Dit maal over rechts dwong De Weger een hoekschop af. Uitblinker Kamp schoof deze keihard op het hoofd van Bonte die zijn maatje al begrepen had. Verbluft door de knal van leer op ijzer zag Bonte zijn teamgenoten de 4-1 vieren. Bondsscheids Parlevliet (tot dan wellicht een van de betere arbiters dit seizoen) speelde in deze Woubruggiaanse wederopstanding een bescheiden rol – zo zou gesteld kunnen worden. Na een duel om de bal waarbij zowel verdediger als aanvaller te gronde gingen, werd opnieuw naar de stip gewezen. Nog niet bijgekomen van de verbijstering mocht de aanvaller van Woubrugge nu wel aantekenen en zich zo vereeuwigen op dit toch al legendarische wedstrijdformulier. 4-2.

Speciaal voor het volgende moment werd na kort beraad langs de lijn besloten om de veldverlichting aan te zetten. Na maanden van fysieke afwezigheid loste Bartelds zijn belofte in. Hij zette zijn terugkeer luister bij door ons vooraf aan de kraker de achtergrondgeschiedenis te delen van ‘be there or be square’. Een niet ontoepasselijke zinsnede in deze, waardoor hij zijn vooraf overeengekomen rentree heimelijk aankondigde aan zijn teamgenoten.

Een mooie voetbalmiddag met veel lichtpunten. Niet in de minste plaats omdat de langstudeerders op subtiele wijze het teamuitje gezamenlijk veilig gesteld hadden – zonder dat de persoonlijke-, club- of stadseer in het geding waren gekomen.