Club

LSVV ’70 is een studentenvoetbalvereniging, met een wazige doch rijke historie, waar studenten en oud-studenten spelen. De club speelt in rood shirt, witte broek en rode kousen, wellicht een verwijzing naar de drie horizontale banen in de vlag van Leiden (rood-wit-rood). De club heeft een veldtak en een zaaltak.

LSVV’70 is al ruim 50 jaar een club in beweging waar gezelligheid en aantrekkelijk voetbal succesvol samengaan. Op alle niveaus kan worden gevoetbald, waarbij het sociale karakter voorop staat. LSVV’70 staat in de regio en landelijke pers te boek als een Cultclub, vanwege het eigen unieke karakter. Plezier en voetballen op een leuk niveau gaan hand in hand.

Statuten en Beleid

De vereniging is genaamd “Leidse Studenten Voetbalvereniging ’70” en is opgericht op 28 april 1970. Zij heeft haar zetel te Leiden. De vereniging stelt zich ten doel het beoefenen en bevorderen van het voetbalspel voor studenten van de Universiteit Leiden (voorheen de Rijksuniversiteit Leiden) en de Hogeschool Leiden, beide gevestigd te Leiden. De vereniging verwezenlijkt deze doelstelling binnen de kaders van het lidmaatschap van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB). LSVV ’70 is in 2020 een uitgebreide samenwerking met UVS aangegaan, wat gepaard is gegaan met een verhuizing naar het complex van UVS.

Beleidsstukken:

20180525 Beleid persoonsgegevens/Privacy protocol

20170223 Beleid restitutie contributie

20160412 Beleid pinchhitterschap

Opbouw van de club

LSVV ’70 is een bloeiende studentenclub met meerdere veld- en zaalteams. In 2014 werd het eerste vrouwenteam actief op het groene gras, inmiddels is de damestak uitgebreid naar 3 teams. De verschillende teams kenmerken zich door een gezonde mengeling aan kwaliteit, inzet, samenhorigheid en bovenal relativeringsvermogen. Een wedstrijd winnen is mooi, een wedstrijd verliezen geen schande, in de kantine kan het verlies weer verdronken worden.

LSVV’70 heeft in seizoen 2023/’24 zes herenteams op zaterdag op de velden staan:

  • Het eerste elftal van LSVV’70 speelt onder leiding van Trainersduo Jan Nonkes & Freek Jansen in de 4de klasse A.
  • LSVV 2 speelt zijn wedstrijden in de 5de klasse.
  • LSVV 3 speelt in de 5e klasse.
  • LSVV 4 speelt in de 7e klasse.
  • LSVV 5 speelt in de 8e klasse.
  • LSVV 6 (NSL-team) speelt in de 8e klasse

Daarnaast spelen er twee herenteams op de zondag:

  • Zondag 2 (Njord-team) speelt 5e klasse.
  • Zondag 3 speelt in de 6e klasse.

LSVV ’70 heeft in seizoen 2022/’23 3 damesteams, die competitie spelen (op zaterdag):

  • Dames 1 speelt 3e klasse A-categorie.
  • Dames 2 speelt 4de klasse.
  • Dames 3 speelt 4de klasse.

Naast de competitieleden, zijn bij een aantal veldteams (heren én dames) ook één of meerdere trainingsleden aangesloten.

In seizoen 2023/’24 spelen er vier teams van LSVV ’70 in de zaal (allen spelend op doordeweekse avonden):

  • Zaal 1 speelt momenteel 1e klasse.
  • Zaal 2 speelt in de 2e klasse.
  • Zaal 3 speelt in de 5e klasse.
  • Zaal 4 speelt in de 5e klasse.

Bij LSVV’70 spelen uitsluitend studenten en oud-studenten. Voor inschrijving als lid is inschrijving als student bij een erkende onderwijsinstelling verplicht.

Geïnteresseerd? Klik hier voor meer informatie, of neem contact op met het bestuur: bestuur@lsvv70.nl. Zij helpen je graag verder.

Sportcomplex

Vanaf 2005 speelde LSVV’70 samen met voetbalvereniging Lugdunum, en honkbalvereniging Biënto op de velden van gemeentelijk sportcomplex Kikkerpolder II. Tot die tijd werd er gevoetbald op het universitair sportcomplex. Sinds de zomer van 2014 is de naam van het complex – wanneer in gebruik door LSVV ’70 – omgedoopt het Wim Mugge Sportpark, afgekort met WMS. Een eerbetoon aan de trainer, die tussen 1990 en 2014 in totaal 24 jaar hoofdtrainer van LSVV’70 was.

Ingang Clubhuis UVS/LSVV

Sinds de uitgebreide samenwerking die LSVV’70 is aangegaan met UVS, spelen de roodwitten op het sportcomplex Kikkerpolder I.

De zaalteams van LSVV ’70 werken hun thuiswedstrijden af in de 3 Oktoberhal en de 5 Meihal.

Ereleden

In de afgelopen veertig jaar hebben veel bijzondere personen deel uitgemaakt van LSVV’70. Sinds enkele jaren zijn er ook een paar van deze sleutelfiguren geridderd tot Erelid van LSVV’70:

Wim Mugge

Wim Mugge met een jeugdig ogende Freek Jansen

Onbetwist veldheer. Al zo lang aan LSVV’70 verbonden dat de helft van de basisspelers uit zijn eerste contractjaar al aan ouderdomsincontinentie lijdt. Vestigde zijn reputatie als visionair toen hij tijdens de rust van de vijfde wedstrijd van het seizoen 2002-2003, uit bij Blauw-Zwart te Wassenaar, voorspelde dat bij winst die dag het kampioenschap voor de onzen zou zijn. Verkocht ooit in de rust van een andere wedstrijd een spijkerbroek aan Prosi. Of was het een polo? Of wat illegaal vuurwerk? Laat ieder jaar weer de reservebank in  de broek pissen, van pret of van angst, met zijn uitbarstingen jegens eigen spelers, tegenstander en arbiter. Kortom, onze Willem Mugge.

.

Koen Jansen

LSVV’70 1 was nog nooit kampioen geworden, toen kwam Koen Jansen er voetballen en kijk aan: LSVV’70 kampioen. Oorzakelijk verband? Wij menen van wel. Koen Jansen bracht heel wat mee naar LSVV’70: techniek, tactisch inzicht, bestuurlijke kwaliteiten als voorzitter, christendemocratische overtuiging, voetballende broertjes en een vader die je pas verstaat als je echt goed je best doet. Als voetballer en als voorzitter heeft Koen het fundament gelegd voor wat de club heden ten dage is: een wankele derdeklasser die zelden op de laatste speeldag veilig is. Maar toch: hulde!

Peter van den Broek

Praatjes: de man die ooit de helft van de schuld van LSVV’70 kwijtgescholden kreeg, door een of andere knaap op het regionale bondsbureau volkomen tureluurs te lullen (‘Leiden zonder studentenvoetbalclub, dat vindt de KNVB toch ook niet kunnen? Zeg nou zelf’). Echte naam: Peter van den Broek. Opgegroeid te Serooskerke, groot geworden in Leiden. De man die de moed had te kampioenspeechen met zijn broek op zijn enkels, zodat zijn pretmaker door een zekere spelersvrouw kon worden geïdentificeerd als de neus van Alf. De linkspoot die met dodelijke precisie vrije trappen erin joeg in dat befaamde kampioensjaar. Aanvoerder, voorzitter, aanjager, breedbekkikker, verbaal virtuoos, erelid. Maar natuurlijk.

Hidde Rypkema

De eerste speler die ik letterlijk zijn schoenen aan de wilgen heb zien hangen: Hidde Rypkema. Een bestuurlijke manus-van-alles ook, een van de rotsen waarop LSVV’70 in de jaren 2000 gebouwd was. En wist u dat zijn vrienden hem ooit op Koninginnedag uit hun pleziervaartbootje hebben gehaald, en hem straalbezopen achterlieten op een bankje te Amsterdam? En heeft u hem wel eens op zichzelf horen schelden in het veld, zo van ‘Gvd, Rypkema!’? Mooi hoor. Dus LSVV’70 eert hem, in de galerij van ereleden van verdienste, daar is geen hangen of wurgen voor nodig.

Wouter Jansen

Over Wouter Jansen werd, wordt en zal nog lang worden gesproken in Leiden en omgeving. Van het profvoetbal, na een korte tussenstap, richting LSVV’70. Van het grote geld en de volle stadions naar de Kikkerpolder. Geen enkele speler in de roemrijke geschiedenis van de Sleutelstedelingen legde wekelijks zoveel kilometers af om het maagdelijke rode shirt aan te doen. Het verhaal van Wouter Jansen werd op romantische wijze vastgelegd en wie zijn wij om aan de volgende passende tekst iets toe te voegen:

Het einde van een bijzonder tijdperk
Nog een keer en dan is het voorbij. Nog een keer die o zo lange A12, vanaf afrit Arnhem-Noord naar afslag N11 Bodegraven/Leiden. Dan de N11 in zijn geheel pakken, dwars door het Groene Hart, om via Leiderdorp in alle haast de Kikkerpolder te bereiken. Met goede moed, vol voetbalvreugde en drang naar plezier en overwinning. Om drie uur later de omgekeerde weg te bereizen. De ene keer teleurgesteld, de andere keer boos, maar ook dikwijls blij, opgetogen en positief. Dit is in het kort even het wekelijkse gevoel van de amateurvoetballer van Nederland met de grootste afstand tussen woonplaats en voetbalclub. Enthousiast gemaakt door de plannen van zijn oudere broer Koen, destijds voorzitter en speler van LSVV’70 en inmiddels Erelid van Verdienste, koos Wouter Jansen in 2006 voor een avontuur bij de Sleutelstedelingen. Een ander argument van de komst was zijn jongere broertje Freek, maar de belangrijkste reden was de charme van de mooiste club van het land. Eindelijk zouden de gebroeders Dalton, door de oudere LSVV-ers al snel omgedoopt tot de gebroeders Prodent, samen voetballen. Blessureleed bij de oudste gooide roet in het eten, maar toch bleef Wouter de club trouw. Vijf jaar lang reisde hij op en neer tussen Arnhem en Leiden. Is clubliefde nog krachtiger uit te drukken? De tweevoudig Antilliaans international en voormalig profvoetballer van De Graafschap had het er dolgraag voor over. En de prestaties spraken boekdelen. Het lijf werd groter, en de rol van motor veranderde in die van aanjager en spelverdeler. Maar volgens de Commissie van Wijze Heren, inmiddels louter nog te vinden op de Kikkerpolder tijdens de Fokko Memorial, is hij de beste voetballer in de geschiedenis van de club. De jaartjes gaan tellen en de verplichtingen roepen. Diep in zijn hart wil hij nog altijd niets anders. Maar inmiddels zijn er twee nieuwe telgen bij, zoon Mart, de voorzitter van Kidsclub De Jonge Veulens, en Linn, de persvoorlichtster van hetzelfde supportersorgaan van LSVV’70. Het gezin roept, waardoor het afscheid nadert. Nog een keer die eindeloze A12, met de trajectcontrole rond Utrecht, het molentje voorbij afslag Hazerswoude en de McDonalds bij Veenendaal, en dan is het mooi geweest. Een afstand van 220 kilometer elke zaterdag, 25 keer (inclusief Beker, oefenduel en sporadische training) per seizoen. Voor de snelle rekenaar:5500 kilometerasfalt per seizoen maakt een eindscore van 27.500 kilometers in zijn bestaan als LSVV-er. De ANWB Wegenwacht, Shell en Texaco zullen trots op hem zijn. Evenals de Sleutelstedelingen. Het einde van een bijzonder tijdperk.

Het einde van een bijzonder tijdperk
Nog een keer en dan is het voorbij. Nog een keer die o zo lange A12, vanaf afrit Arnhem-Noord naar afslag N11 Bodegraven/Leiden. Dan de N11 in zijn geheel pakken, dwars door het Groene Hart, om via Leiderdorp in alle haast de Kikkerpolder te bereiken. Met goede moed, vol voetbalvreugde en drang naar plezier en overwinning. Om drie uur later de omgekeerde weg te bereizen. De ene keer teleurgesteld, de andere keer boos, maar ook dikwijls blij, opgetogen en positief. Dit is in het kort even het wekelijkse gevoel van de amateurvoetballer van Nederland met de grootste afstand tussen woonplaats en voetbalclub. Enthousiast gemaakt door de plannen van zijn oudere broer Koen, destijds voorzitter en speler van LSVV’70 en inmiddels Erelid van Verdienste, koos Wouter Jansen in 2006 voor een avontuur bij de Sleutelstedelingen. Een ander argument van de komst was zijn jongere broertje Freek, maar de belangrijkste reden was de charme van de mooiste club van het land. Eindelijk zouden de gebroeders Dalton, door de oudere LSVV-ers al snel omgedoopt tot de gebroeders Prodent, samen voetballen. Blessureleed bij de oudste gooide roet in het eten, maar toch bleef Wouter de club trouw. Vijf jaar lang reisde hij op en neer tussen Arnhem en Leiden. Is clubliefde nog krachtiger uit te drukken? De tweevoudig Antilliaans international en voormalig profvoetballer van De Graafschap had het er dolgraag voor over. En de prestaties spraken boekdelen. Het lijf werd groter, en de rol van motor veranderde in die van aanjager en spelverdeler. Maar volgens de Commissie van Wijze Heren, inmiddels louter nog te vinden op de Kikkerpolder tijdens de Fokko Memorial, is hij de beste voetballer in de geschiedenis van de club. De jaartjes gaan tellen en de verplichtingen roepen. Diep in zijn hart wil hij nog altijd niets anders. Maar inmiddels zijn er twee nieuwe telgen bij, zoon Mart, de voorzitter van Kidsclub De Jonge Veulens, en Linn, de persvoorlichtster van hetzelfde supportersorgaan van LSVV’70. Het gezin roept, waardoor het afscheid nadert. Nog een keer die eindeloze A12, met de trajectcontrole rond Utrecht, het molentje voorbij afslag Hazerswoude en de McDonalds bij Veenendaal, en dan is het mooi geweest. Een afstand van 220 kilometer elke zaterdag, 25 keer (inclusief Beker, oefenduel en sporadische training) per seizoen. Voor de snelle rekenaar:5500 kilometerasfalt per seizoen maakt een eindscore van 27.500 kilometers in zijn bestaan als LSVV-er. De ANWB Wegenwacht, Shell en Texaco zullen trots op hem zijn. Evenals de Sleutelstedelingen. Het einde van een bijzonder tijdperk.

Job Westrate

Nestor, Sluitpost, en Clubhistoricus Weststrate in karakteristieke pose.

Nestor, Sluitpost, en Clubhistoricus Weststrate in karakteristieke pose.

Ken je klassiekers: Job Weststrate. Mentaal al vroeg een grijsaard, fysiek voor altijd twintiger. Een van de meest constante factoren in de roerige LSVV-geschiedenis. Voorzag zijn eigen acties live van commentaar en historische duiding. Doorliep bijkans alle posities die een voetbalteam te bieden heeft. Begon ergens op het middenveld, bevestigen ooggetuigen vanuit Huize Avondrood. Speelde in de jeugd van FC Twente, schijnt. Eindigde – met baard, aanvoerdersband en kinderzitje inmiddels – in het doel, waarvandaan hij lange ballen en rake anekdotes de wereld instuurde. Oosterling en Zeeuw tegelijk, romanticus. Uit massief sociaal-democratisch hout gesneden. Had het vermogen een kleedkamer tijdens de rust en bij een 3-0 achterstand om te toveren tot intieme praatclub met een hoog opa-vertelt-gehalte. Familieman, doctor, clubarchivaris, scribent met de rijkste woordenschat van West II. In het wild incidenteel nog vindbaar in groezelige cafés achter grote glazen handgebrouwen bier, in slecht verlichte sporthallen of voor collegezaaltjes vol langstudeerders. Job Weststrate: onthoud die naam. Het LSVV-erelidmaatschap is bij hem in goede handen.

Wietse Jelles

Wietse Jelles

De enige in dit rijtje die voetballend werkelijk niets – maar dan ook niets – heeft bijgedragen aan LSVV ’70. Had in zijn hoogtijdagen bij Jong LSVV gemiddeld twaalf open-doel-kansen nodig voor 0,27 doelpunten. Verdiende het erelidmaatschap louter op zijn schier onuitputtelijke bestuursenthousiasme. Schoof zichzelf na een jaartje secretaris naar voren als voorzitter, en liet de scepter vervolgens drie jaar lang niet meer los. Bracht een cultuursverandering teweeg die het accent van de club verschoof van het vlaggenschip naar het studentikoze rommeltje dat het eerste elftal nooit wist te halen – al dan niet uit eigenbelang. Richtte eigenhandig de vrouwentak op. Speelde een House of Cards-spelletje dat LSVV een gemeentelijke uitzonderingsstatus, een andere kantine en een samenwerkingsverband met UNICEF bezorgde. Stak vervolgens de hele club in tenues van Duitse makelij en werd aan het slot van zijn termijn steevast gekscherend aangesproken met ‘meneer de voorzitter’ of ‘meneer de praeses’ (op Van Beuningen na, die het altijd bij ‘El presidente’ hield). Nog een wonder dat ‘ie zichzelf het erelidmaatschap niet toebedeelde, maar z’n invloed op de club gaan we nog wel een paar decennia blijven zien.